Een mRNA-vaccin heeft muizen beschermd tegen dodelijke darmbacteriën van C. difficile.
Clostridioides difficile is een berucht vervelende darminfectie, met weinig effectieve behandelingen en geen goedgekeurde vaccins. Maar dezelfde technologie die de eerste COVID-19-vaccins mogelijk heeft gemaakt, heeft in muizenexperimenten vroege beloftes getoond tegen deze dodelijke infectie, die elk jaar 30.000 mensen in de Verenigde Staten doodt.
Een mRNA-vaccin dat is ontworpen om C. difficile en de toxines die het produceert te richten, beschermde muizen tegen ernstige ziekte en dood na blootstelling aan dodelijke niveaus van de bacteriële ziekteverwekker, zo melden onderzoekers in Science van 4 oktober. Hoewel er veel meer onderzoek nodig is om te zien of het vaccin veilig en effectief is voor mensen, wijzen de resultaten erop dat een mRNA-vaccin zou kunnen slagen waar conventionele vaccins hebben gefaald.
Help ons verbeteren door onze 15-vragen lezersenquête in te vullen.
C. difficile is een opportunistische ziekteverwekker die vaak darmravage aanricht nadat een kuur met antibiotica gezonde darmbacteriën heeft verwijderd. De bacterie besmet jaarlijks ongeveer 500.000 mensen in de Verenigde Staten, en de toxines die hij afscheidt kunnen van alles veroorzaken, van milde diarree tot sepsis en dood. Eenmaal geïnfecteerd, is het moeilijk om er vanaf te komen, omdat resistente sporen van antibiotica jarenlang in het lichaam kunnen blijven rondzweven. Onderzoekers hebben verschillende vaccins ontwikkeld die zijn ontworpen om het immuunsysteem voor te bereiden om C. difficile-toxines te herkennen, maar geen van hen heeft zich bijzonder effectief getoond.
Een team van onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania nam een nieuwe aanpak, door mRNA-technologie te gebruiken om een veelzijdig vaccin te ontwerpen dat zich richt op verschillende eiwitten die aan de basis liggen van C. difficile's vermogen om ziekte te veroorzaken. In laboratoriummuizen en hamsters veroorzaakte het mRNA-vaccin een krachtiger toename van verschillende immuuncellen - waaronder antilichamen, immunoglobulinen en T-cellen - dan traditionele versies van het vaccin.
Dat brede immuunrespons betaalde zich uit. Volgens het onderzoek overleefden alle gevaccineerde muizen een zeer dodelijke dosis C. difficile, terwijl alle niet-gevaccineerde muizen na een paar dagen stierven. Gevaccineerde muizen raakten nog steeds besmet, maar vertoonden milde symptomen en herstelden snel. De immuunbescherming bleek duurzaam te zijn, aangezien gevaccineerde muizen die na zes maanden werden uitgedaagd met een tweede C. difficile-infectie het ongeveer net zo goed deden als de eerste keer.
Behandelingen die werken bij muizen falen vaak bij mensen, hoewel de onderzoekers wel hebben ontdekt dat het mRNA-vaccin een immuunrespons opwekte bij twee resusapen. Toch erkennen de onderzoekers dat deze vaccins moeten worden getest op "vuile muizen", die een meer natuurlijk immuunsysteem hebben dan laboratoriummuizen, voordat ze klaar zijn voor menselijke proeven.