De oudste bekende fossiele kikkervis was een grote baby.
Kikkervisjes hebben minstens 161 miljoen jaar lang in de vijvers van de wereld gewriemeld.
Een nieuw gedetailleerde fossiele vondst duwt het record voor de vroegst bekende kikkervisjes nog eens 30 miljoen jaar terug, melden onderzoekers op 30 oktober in Nature. De versteende kikkervis toont aan dat de moderne kenmerken van kikkervisjes, zoals filtervoeding en het leven in poeltjes, zich al hadden ontwikkeld bij een aantal van de vroegste kikkers.
In 2020 ging een team van wetenschappers uit Argentinië en China naar Argentijnse Patagonië op zoek naar dinosauriërfossielen, maar vonden in plaats daarvan honderden gefossiliseerde kikkers van de uitgestorven soort Notobatrachus degiustoi. Daaronder was een kikkervisje in een zandstenen plaat.
Evolutiebioloog Mariana Chuliver van de Félix de Azara Natural History Foundation in Buenos Aires en haar collega's identificeerden het fossiel als dezelfde soort als de volwassen kikkers dankzij overeenkomstige kenmerken van de wervels. Het kikkervisje was al ver gevorderd in zijn ontwikkeling, en sommige van zijn achter- en voorpoten waren al gevormd. Het was ook opmerkelijk goed bewaard gebleven, zegt Chuliver, met zachte weefsels, waaronder ogen en zenuwen, vastgezet in de steen.
Het kikkervisje van N. degiustoi leefde tussen ongeveer 168 miljoen en 161 miljoen jaar geleden, in het midden van het Jura-tijdperk. Hoewel dat ongeveer 20 miljoen jaar na de eerste kikker in het fossielenbestand is, vertegenwoordigen de vondsten uit Patagonië "het oudste tot nu toe gevonden kikkervisje", zegt Chuliver. Voorheen behoorden de oudste bekende kikkervisjes tot Shomronella jordanica, een kikker die ongeveer 130 miljoen jaar geleden in Israël leefde tijdens het Krijt-tijdperk. Andere gefossiliseerde amfibieënlarven gaan zelfs nog verder terug, maar vertonen geen kenmerken van kikkervisjes, die een unieke gedaanteverandering ondergaan.
Help ons verbeteren door onze 15 vragen tellende lezersenquête in te vullen.
Het amfibie was niet alleen oud; het was enorm, met een lengte van ongeveer 16 centimeter van snuit tot staartpunt. Tegenwoordig zijn veel kikkervisjes een paar centimeter of minder lang. Zulke reuzenkikkervisjes zijn niet algemeen vandaag de dag, zegt Chuliver, en wanneer ze wel voorkomen, groeien ze meestal uit tot relatief kleine volwassenen in vergelijking met andere kikkersoorten. In plaats daarvan was N. degiustoi groot gedurende zijn hele leven, net zoals de moderne Amerikaanse stierkikker (Lithobates catesbeianus).
Het fossiele kikkervisje lijkt ook te hebben gegeten zoals moderne kikkervisjes dat doen, door voedseldeeltjes uit het water te zuigen en te filteren. Het keelskelet van het kikkervisje werd bewaard, wat aantoont dat het dezelfde cruciale filtervoedingsapparatuur had als zijn moderne tegenhangers. Dit suggereert dat filtervoedende kikkervisjes al heel lang een succesvolle evolutionaire strategie zijn, zegt Chuliver.